Substratum.

Het fysieke hart is het eerste orgaan dat zich vormt in het menselijk lichaam. In de vroege stadia van haar ontwikkeling klopt het hart nog niet. Op een gegeven moment is er de impuls die ervoor zorgt dat het hart aan gaat. Ondanks alle kennis, kunde en progressie in de westerse medische wetenschap is het nog steeds een compleet mysterie wat de onderliggende intelligentie is die bepaalt dat het hart precies op dat moment haar eerste hartslag maakt.

Soms doe ik een spelletje met mijn dochter dat we ‘inzoomen’ noemen. We kijken dan naar een voorwerp en vragen ons af waar het op het diepste niveau van gemaakt is. Bijvoorbeeld een steen. Als je de steen kapot slaat heb je kleine stukjes, zoom je in dan heb je de materie waarvan de steen gemaakt is. Zoom je verder in dan heb je moleculen. Moleculen zijn gemaakt van atomen, de atomen op hun beurt uit protonen, neutronen en een wolk van elektronen. De elektronenwolk is op haar beurt een golffunctie, een niet direct waarneembare grootheid die in de kwantummechanica wordt gebruikt. Uiteindelijk worden de kleinste fysieke deeltjes omgezet in energie en vice versa. Deze wederkerigheid wordt beschreven door de beroemde E=MC2 formule van Einstein.

In het oude Griekenland speculeerden filosofen al over atomen, het atomisme. Een van de grootste vragen was, of materie eindeloos deelbaar was in kleinere deeltjes of niet. Of gaat het ergens over in mysterie en is het met ons duale menselijke bewustzijn niet te bevatten? Deze vraag is niet alleen relevant voor materie maar ook voor niet fysieke verschijnselen zoals bewustzijn.

Wat is het onderliggende substratum, waar is het leven van gemaakt? Is er wel een begin en eind in tijd en ruimte? Of vinden tijd en ruimte zelf ook hun oorsprong in ditzelfde substratum? De sleutel lijkt te liggen in dat wij als mens het leven vanuit dualiteit ervaren. Het zijn de ogenschijnlijke tegenstelling die het menselijk leven in beweging brengen en houden. Je individuele perceptie van wat er lijkt te gebeuren geeft je enerzijds de mogelijkheid een unieke menselijk ervaring te hebben, tegelijkertijd is het gevoel van afgescheiden zijn de wortel van al het lijden in je leven. Onderliggend aan deze menselijke reis is er echter altijd de eenheid, het leven, het mysterie, het allesomvattende Zijn.

Dat Zijn is niets dat alles is. Altijd, overal, in alle mogelijke realiteiten tegelijk die allemaal op hetzelfde moment waar en niet waar zijn. Het kan niet anders of het is niet allesomvattend. Het is perfect vermomd omdat het zich verbergt door al alles te zijn. Het kan niet beschreven of gekend worden want het is tegelijkertijd de weter, het weten en wat geweten wordt.

Het podium waarop dit alles zich manifesteert is de mind. De mind is niet het denken maar de ogenschijnlijke manifestatie van het vormloze substratum in de vorm. In die verschijning verrijst alles in bewustzijn, inclusief tijd, ruimte, vrije wil, keuze, verantwoordelijkheid en karma. Ook het duale perspectief van waaruit je het leven beleeft, je ‘ik’, is deze onderstroom die zich voor deze gelegenheid vermomt als een individu die zich niet langer herinnert dat de eenheid de bron is van haar bestaan.

Deze realisatie is de ultieme compassie, de genade van het leven. Het maakt met liefdevolle vastberadenheid en een onnavolgbare timing een eind aan de illusie van het afgescheiden individu en wat overblijft is een leven in vrije val. Wat wordt gezien is dat waar je een heel leven bewust of onbewust naar op zoek was altijd met je mee reisde. Sterker nog, het is altijd jou geweest, het is jou nu en het zal altijd jou zijn. Ieder aspect, alles inclusief.

Life is not what you make it, it is what you are made of…

Geen reactie's

Geef een reactie